Deelprojecten:

Parklaan
Doel
Realisatie van een nieuwe oostelijke verkeerskundige ontsluiting van Ede.

Stand van zaken
In 2011 heeft de gemeenteraad het Functioneel Ontwerp Parklaan vastgesteld, vervolgens in 2012 het bestemmingsplan Parklaan. Het eerste bestemmingsplan voor de Parklaan is in april 2014 door de Raad van State vernietigd. Op 28 januari 2016 heeft de gemeenteraad het nieuwe bestemmingsplan Parklaan vastgesteld.

Er zijn bezwaren gemaakt tegen het bestemmingsplan. De beroepsprocedure bij de Raad van State is aangehouden totdat de Raad van State uitspraak heeft gedaan in een aantal pilotzaken over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Uitspraak in de zaken volgt na beantwoording van prejudiciële vragen door het Europees Hof van Justitie over de PAS. Dit wordt pas medio 2018 verwacht.

Vooruitlopend op een onherroepelijk bestemmingsplan heeft de gemeenteraad in december 2016 het krediet voor de aanleg van de Parklaan beschikbaar gesteld. In 2017 is invulling gegeven aan de uitvoeringsorganisatie van de Parklaan en het aanbestedingsgereed maken van het eerste deel van de Parklaan. Bij het verkrijgen van een omgevingsvergunning zal in 2018 worden gestart met de aanleg van de ontsluiting van de Mauritskazerne.

Mijlpalen 2018
De beantwoording van prejudiciële vragen door het Europees Hof van Justitie over de PAS wordt medio 2018 verwacht. Uitspraak in de beroepsprocedure op het bestemmingsplan Parklaan volgt daarna. Bij het verkrijgen van een omgevingsvergunning zal in 2018 worden gestart met de aanleg van de ontsluiting van de Mauritskazerne.

Businesscase

  reële bedragen x € 1 miljoen

Investering

Dekking

Reeds gerealiseerd (boekwaarde)

7,2

Provincie Gelderland (GSO-4)

6,5

Nog te maken kosten

57,8

Provincie Gelderland (NSL)

0,6

Bijdrage algemene dienst gemeente Ede

3,7

Bijdragen derden ten behoeve van realisatie Poortwachter

2,2

Bijdragen bovenwijks

52,6

Rentevergoeding

3,0

Dotatie naar Spoorzone

-3,6

Totaal

65,0

65,0

Resultaat (reëel)

0,0

Risico's

▪   Langere doorlooptijd bestemmingsplan procedure, waardoor vertraging ontstaat in de uitvoering (kostenontwikkeling loopt door, extra plankosten noodzakelijk, risico op deadline subsidies).

▪   Hogere kostenontwikkeling dan voorzien in beschikbaar gesteld krediet.
▪   Verwervingsrisico’s.

▪   Reguliere uitvoeringsrisico's.

Spoorzone

Doel
Totale herstructurering van het station Ede-Wageningen en de directe omgeving.

Algemeen
Voor het project Spoorzone is een gemeenschappelijke projectorganisatie ingericht met medewerkers van de gemeente Ede, NS en ProRail. De gemeentelijke inbreng verloopt primair via het projectbureau Veluwse Poort.

Stand van zaken
In 2012 heeft de gemeenteraad de Keuzenota Spoorzone vastgesteld. Door de wens om het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) in het project Spoorzone in te passen, is vertraging ontstaan in de planning van het project. Omdat PHS geen invloed had op de te verrichten werkzaamheden in de westelijke Spoorzone, is besloten dit deel van het project af te splitsen en in uitvoering te nemen. Hiervoor heeft de Raad in november 2013 het bestemmingsplan en de kredietaanvraag westelijke Spoorzone vastgesteld. Om te kunnen starten met de realisatie van de westelijke Spoorzone zijn in 2014 een realisatieovereenkomst met ProRail ondertekend en is het Soma terrein door de gemeente verworven. In het tweede semester van 2016 zijn de onderdoorgangen voor het fiets- en autoverkeer in de westelijke spoorzone in gebruik genomen. In 2017 vinden nog afrondende werkzaamheden plaats (restpunten en groenopgave).

Vooruitlopend op de grootschalige werkzaamheden in de nabije omgeving van het station Ede-Wageningen is in 2015 een tijdelijke P&R voorziening op de Mauritskazerne gerealiseerd. Daarnaast is de halteplaats van de zogenaamde Valleilijn verplaatst van de zuid- naar de noordzijde van het station. Voor beide werkzaamheden heeft de Raad in mei 2015 een krediet beschikbaar gesteld.

De samenwerkingsovereenkomst Spoorzone is medio 2015 door de gemeente, ProRail en NS ondertekend. Vervolgens is de samenwerkingsovereenkomst in het Bestuurlijk Overleg Spoorzone vastgesteld. In april 2016 is het Voorlopig Ontwerp met ontwerpnota voor de OV-knoop (inclusief oost en PHS) vastgesteld door de drie samenwerkende partijen: NS, ProRail en de gemeente Ede. Op basis van inspraakreacties en aandachtspunten uit de ontwerpnota is het ontwerp vervolgens aangepast.

In november 2016 is een ingenieursbureau gecontracteerd dat het ontwerp verder uitwerkt en dit verwoordt in de benodigde aanbestedingsstukken. Onderdeel van de werkzaamheden zijn het opstellen van de vraagspecificaties, het checken van raakvlakken en kostenramingen en het doen voor voorstellen voor optimalisaties.

Het uitvoeringsbesluit voor de realisatie van de OV-knoop (inclusief oost en PHS) wordt eind 2017 door het Bestuurlijk Overleg Spoorzone genomen. Voorafgaand moet een projectovereenkomst tussen de verschillende partijen zijn gesloten. Ook moeten door de gemeenteraad de bestemmingsplannen en het kredietbesluit OV-knoop worden vastgesteld. De planning is dat dit in november 2017 plaatsvindt.

Mijlpalen 2018

Eind 2017 start de aanbesteding van het eerste bouwcontract (spoor en station/stalling). Begin 2018 vindt de gunning plaats. Van de andere twee bouwcontracten zijn aanbesteding en gunning later in 2018 voorzien. Op dit moment wordt onderzocht of het voordelen heeft om de conditionerende werkzaamheden, bijvoorbeeld het (deels) ontgraven van de Zuidoost-zijde in de loop van 2018 al uit te voeren.

Businesscase

  reële bedragen x € 1 miljoen

Investering

Dekking

Reeds gerealiseerd (boekwaarde)

21,7

Ministerie I&M

42,5

Nog te maken kosten

98,7

Provincie Gelderland

30,0

Gemeente Ede (reserve)

10,0

Provincie Gelderland (GSO-4 gelden)

5,0

Overige bijdragen

5,9

Bijdragen bovenwijks

11,9

Rentevergoeding

8,1

Storting vanuit Parklaan

3,6

Middelen PN 2018-2021

3,4

Totaal

120,4

120,4

Resultaat (reëel)

0,0

Risico's

▪   Hogere kostenontwikkeling dan voorzien in (businesscase VP) december 2016.
▪   Afronden Ontwerpfase binnen financiële kaders.
▪   Een aantal dekkingsbronnen staat onder druk, er is nog geen volledige zekerheid over hoogte bijdragen van    derden.
▪   Ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit kunnen er toe leiden dat er tijdens uitvoering scopewijzigingen    plaatsvinden waarvoor geen middelen gereserveerd zijn.
▪   Verwervingsrisico’s.

Kazerneterreinen

Doel
Locatieontwikkeling ten oosten van de bestaande stad Ede op de voormalige kazerneterreinen.

Stand van zaken
Op 1 januari 2011 heeft de gemeente Ede de voormalige kazerneterreinen in eigendom en beheer gekregen. Dit op basis van de koopovereenkomst uit 2007 en onderbouwd door het Masterplan Ede Oost uit 2005. Vervolgens is in 2011 door de gemeenteraad het ontwikkelingsplan Kazerneterreinen vastgesteld. Dit ontwikkelingsplan vormde op zijn beurt de basis voor het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan Kazerneterreinen. Beide producten zijn in april 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. Hiermee was het mogelijk om gronden en gebouwen aan te bieden aan de markt.

In 2014 zijn de eerste koopovereenkomsten voor woningbouw op Maurits Noord met projectontwikkelaars ondertekend. In 2015, 2016 en 2017 gevolgd door koopovereenkomsten met projectontwikkelaars en particulieren voor meerdere woningbouwlocaties, vrije kavels en gebouwen op zowel Maurits Noord, Elias Beeckman als Simon Stevin. Maurits Zuid is sinds 2013 gereserveerd voor de ontwikkeling van het World Food Centre. Daardoor was het noodzakelijk om, eerder als voorzien, een uitwerkingsplan en een beeldkwaliteitsplan Simon Stevin voor het kunnen realiseren van woningen op Simon Stevin op te stellen. In 2016 zijn deze door de gemeenteraad vastgesteld.

Afhankelijk van de snelheid van verkoop van woningbouwlocaties of gebouwen, en het opleveren van de woningen, wordt gestart met het bouw- of woonrijp maken van de diverse locaties. Hiermee worden de kosten zoveel mogelijk uitgesteld totdat er zicht is op een opbrengst. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat op alle drie de kazernes de hoofdstructuur als bouwweg gerealiseerd is, waarmee geborgd is dat een goede ontsluiting te allen tijde beschikbaar is. De aanliggende gronden kunnen nu ook zonder veel extra investeringen geleverd worden.

De verkoop van het eerste monumentale pand, de Frisokazerne, heeft in 2014 plaatsgevonden. Vervolgens zijn in de afgelopen drie jaar voor het gehele Beeckmancomplex (13 gebouwen), één van de twee H-gebouwen (de Arthur Koolkazerne), 6 van de zogenaamde Stallen (Maurits Noord) én de twee legeringsgebouwen op Simon Stevin koopovereenkomsten gesloten.

Mijlpalen 2018

Voor wat betreft de nog resterende gebouwen is de verwachting dat er overeenkomsten volgen voor de Bergansius kazerne, het KMAR-gebouw, Gebouw 8 (de Binnenslaper), het tweede H-gebouw, het gebouw waarin de Heidebrouwerij is gevestigd en de laatste twee stallen. Eveneens wordt naar verwachting in de eerste helft van 2018 een koop-/pachtovereenkomst getekend voor het initiatief Smaakpark op Maurits Noord, onder andere afhankelijk van het hier voor vast te stellen bestemmingsplan welke naar verwachting eind 2017 in procedure wordt gebracht.

Het uitgifteplan 4e fase, welke eind 2017 zal zijn opgesteld, zal in 2018 gaan leiden tot nieuwe overeenkomsten voor het grootste deel van de nog resterende gronden voor woningbouw. Het zal in totaal gaan om grond voor circa 300 nieuwbouwwoningen. Hiervoor dienen wel een aantal kleine bestemmingsplanwijzigingen in procedure gebracht te worden, waarmee nog in 2017 gestart zal worden.

Het bouwrijp maken zal ook dit jaar plaatsvinden naar gelang er grond geleverd kan worden aan de desbetreffende ontwikkelende partijen, afhankelijk van de verkoop. Voor wat betreft woonrijp maken is de verwachting dat dit niet in grote mate zal kunnen plaatsvinden gezien de versnippering van de oplevering van de nieuwbouwwoningen.

Businesscase

  nominale bedragen x € 1 miljoen

Investering

Dekking

Reeds gerealiseerd (boekwaarde)

73,9

Reeds gerealiseerd (boekwaarde)

17,8

Nog te maken kosten

46,5

Nog te realiseren opbrengsten

89,0

Totaal

120,4

106,8

Resultaat (Netto Contante Waarde)

-15,3*

* = opgenomen in voorziening negatieve plannen

Risico's

▪   Relatief hoog aantal dure appartementen in de programmering.
▪   Afzettempo. Dit risico blijft, door de ingezette versnelling om het sentiment van de markt te benutten, in    verminderde omvang, aanwezig.
▪   De ontwikkeling van de gebouwen, met name de vraag of er een goede parkeeroplossing geboden kan    worden bij de gewenste functies.

World Food Center

Doel
Ontwikkeling van een WFC Experience Center en WFC Campus op de Maurits Zuid kazerne.

Stand van zaken
In het hoofdstuk Investeringsfonds van deze Programmabegroting wordt uitgebreid toelichting gegeven op het project World Food Center.

Mijlpalen 2018
Albert Heijn, Scelta Mushrooms, DSM, Wageningen University & Research, Albron, Friesland Campina, Nestlé, KeyGene en de Rabobank hebben hun medewerking aan de verdere doorontwikkeling van de WFC Experience toegezegd. Samen met deze partijen en de geselecteerde exploitant wordt in 2018 het concept-plan uitgewerkt tot een concreet Masterplan.

Er is gewerkt aan een integraal gebiedsconcept, waarin de samenhang en synergie tussen de verschillende functies in het gebied verder vorm wordt gegeven. Gebaseerd op dit concept wordt in 2018 een Structuurvisie en MER voor het gebied vastgesteld. In de Structuurvisie worden de stedenbouwkundige, landschappelijke en functionele uitgangspunten voor het gebied vastgelegd.

Risico's

▪   Complexe planvorming.
▪   De afzetmarkt voor campusontwikkeling.

Herstructurering sociaal domein

Met de decentralisatie van taken op gebied van jeugd, participatie en zorg per 1 januari 2015 is een programmaorganisatie neergezet om deze nieuwe taken te implementeren. De effecten van de implementatie en het realiseren van de transformatie vraagt een langere doorlooptijd. In deze paragraaf geven we de voortgang aan.

De opgave en ontwikkelingen
De eerste jaren na de decentralisatie lag het zwaartepunt op de transitie van de nieuwe taken en het optimaliseren van de bedrijfsvoering. De kerngedachte co-creatie en samenredzaamheid staat nog steeds centraal. Ook de resultaten van cliëntervaringsonderzoek ‘Cliënt Centraal’ hebben inzichten gegeven voor verdere doorontwikkeling. In de Pilot Ede-West wordt hiernaar gezocht vanuit wijkgerichte aanpak, versterken van de samenwerking tussen zorgaanbieders, verbinden met welzijn en burgerinitiatieven.

Het fonds impuls sociaal domein, onderdeel van het besluit ‘Versterken Kracht van Ede’, geeft invulling aan de transformatie door inzet op:

▪   Wijkgericht doorontwikkelen van laagdrempelige ontmoetingsplekken ter versterking van het sociale netwerk van de inwoner.
▪   Ondersteuning van de burger (maar ook mantelzorger) middels digitale toepassingen ter vergroting van de autonomie.

▪   Doorontwikkeling van respijtzorg zoals beschreven in de nota Mantelzorgbeleid.

▪   Het opzetten van een sluitende aanpak (van signalering tot crisisopname) voor personen met verward gedrag door extra in te zetten op deskundigheid op het gebied van psychiatrie zowel in de (vroeg)signalering als bij escalaties.
▪   Pilot wijkgerichte aanpak met als doel een speelveld ontwikkelen waarin de cliënt centraal staat en in staat is om binnen zijn eigen mogelijkheden regie te voeren over zijn eigen ondersteuningstraject.
▪   Vrij budget om out-of-the-box oplossingen snel en zonder al te veel bureaucratie in te zetten als tussenoplossing om kwetsbare jongeren weer aansluiting te geven op het reguliere aanbod.
▪   Innovatiefonds om samen met werkgevers en onderwijs te komen tot passende maatwerkoplossingen voor de gehele participatiedoelgroep.

Voor het impuls sociaal domein is € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld gedurende de periode 2017-2019. Op basis van nader uitgewerkte plannen is de besteding over de jaren als volgt begroot:
           bedragen x € 1.000

2017

2018

2019

Totaal

531

637

332

1.500

Ontwikkeling rijksmiddelen
Voor de nieuwe taken die vanaf 2015 naar de gemeente zijn overgedragen, ontvangt de gemeente een integratie-uitkering sociaal domein. Het actuele meerjarig beeld van de integratie uitkering sociaal domein (inclusief Septembercirculaire 2017) is hieronder weergegeven:

Programmabegroting 2018-2021

bedragen x € 1.000

Omschrijving

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Wmo - extramurale zorg

13.779

12.816

12.848

12.672

12.642

12.707

Wmo - beschermd wonen

17.536

18.904

19.666

20.109

20.107

20.107

Jeugd

26.545

24.864

25.938

26.016

26.150

26.299

Re-integratie

2.198

2.218

2.330

2.495

2.608

2.648

Wsw

9.940

9.156

8.454

7.910

7.387

7.100

Totaal

69.998

67.958

69.236

69.202

68.894

68.861

In de begroting 2018 is € 69,2 miljoen verwerkt en de ontwikkeling is per onderdeel verschillend.
De mutatie bij Jeugd in 2018 wordt met name veroorzaakt door een herijking van het budget voor instellingsvoogdij, gebaseerd op historische kosten. Voor Wsw/re-integratie wordt het budget jaarlijks aangepast aan de uitstroom van de Wsw-populatie en de instroom nieuwe doelgroep. Voor beschermd wonen stijgt in 2018 het budget nog door een verschuiving van de kapitaallastenvergoeding van het rijk naar de gemeente. In de jaren 2015-2018 zijn de effecten van rijkskortingen, verdeeleffecten en herijkingen in belangrijke mate geëffectueerd en er lijkt een stabieler beeld van de gedecentraliseerde budgetten te ontstaan. De ontwikkeling van de kosten is ook in beweging. Deze wordt toegelicht op de programmabladen.

Mijlpalen

1.   Doorontwikkeling Bestuurlijk Aanbesteden: tussentijds worden college en gemeenteraad geïnformeerd over de voortgang.
2.   Lopende taken projectleiding hulpstructuur (inkoop en wonen/zorg) worden steeds meer belegd in de lijnorganisatie. Eind 2018 is deze structuur volledig ingebed.
3.    Doorontwikkelen arrangementen die vanuit klantperspectief samenhangende ondersteuning bieden op basis van resultaatsturing en zo mogelijk regie mede beleggen bij uitvoering (gemeentelijke en zorgaanbieder).
4.   Doorontwikkelen sociale infrastructuur/inkoop structuur ten behoeve van realisatie beleidsdoelstellingen en integrale benadering.
5.    Evaluatie uitvoeringskosten, 2017/2018.

Risico's

Top 3 risico’s

Risico

Gevolg

Beheersmaatregel

Meer zorguitgaven dan zorgbudget

Wachtlijsten of budgetoverschrijding

▪   Tussentijds volgen van productie en bijsturen.
▪   Flexibiliteit in contracten.
▪   Sturing aan de poort.
▪   Versteviging nuldelijn.
▪   Inzetten op urgentie.
▪   Adequate ICT-ondersteuning ten behoeve van rapportage en monitoring.

Lagere inkomsten vanuit Rijk door herijking verdeelmodellen

Minder middelen voor zorg beschikbaar

▪   Lobby aan de voorkant van het proces om nadelige effecten te beperken.
▪   Sturing aan de poort.
▪   Versteviging nuldelijn.
▪   Inzetten op urgentie.

Risico-regelreflex als respons op incidenten

Verlamming van innovatiekracht

Gedragslijn is ongeschreven regel, waarmee voorkomen wordt, dat wordt gevraagd om zware regelgeving ten behoeve van bijvoorbeeld preventie.

In 2015 was het beschikbare budget voor zorguitgaven groter dan benodigd. In 2016 was sprake van een tekort op jeugdzorg en een voordeel op Wmo. In 2017 is de integratie-uitkering sociaal domein voor zowel jeugd als Wmo lager waardoor op het onderdeel jeugd sprake is geweest van een incidentele aanvulling vanuit de algemene middelen. Beleidsinhoudelijk wordt gestuurd op de transformatieagenda. De beoogde veranderingen hebben ook financiële consequenties. De effecten hiervan zijn vanwege de complexiteit, relatieve korte historie en indirecte effecten op besparing lastig voorspelbaar. Daarnaast spelen thema’s als instellingsvoogdij, ggz-zorg vanuit DBC-bekostigingssystematiek, maar ook beleidsmatige effecten zoals langer thuis wonen en mantelzorgbeleid een rol. De financiële effecten van deze inzet op de zorguitgaven kunnen zich anders voordoen dan verwacht. Dit monitoren we nauwgezet. De risico-inschatting is verwerkt in het weerstandsvermogen.