Financieringsbehoefte

Voor het bepalen van het financieringstekort, c.q. – overschot, worden de in de tabel opgenomen onderdelen tegen elkaar afgezet:

Bepalen financieringstekort/-overschotbedragen   bedragen x € 1.000

Financieringstekort/-overschot per 1 januari

2018

2019

2020

2021

Te financieren (rest)boekwaarden investeringen

344.119

347.179

342.426

334.667

Te financieren vlottende activa

181.709

169.068

162.533

161.241

525.828

516.247

504.959

495.908

-/- Reserves en voorzieningen

238.363

218.251

209.243

195.755

-/- Aangetrokken geldleningen

225.640

215.750

206.787

198.691

-/- Door derden belegde gelden + waarborgsommen

1.226

1.226

1.226

1.226

-/- Voorfinanciering Veluwse Poort

36.222

33.033

19.493

0

-/- Overige vlottende passiva

37.188

37.188

37.188

37.188

Financieringsoverschot

12.811

-10.799

-30.022

-63.048

We zien de voortgang van grote projecten en de grondexploitaties terug komen in de cijfers. Over de jaren heen laat de omvang van de boekwaarde van de investeringen een licht dalend verloop zien. De samenstelling van de boekwaarde verandert wel. Zo wordt er tot en met 2019 tientallen miljoenen geïnvesteerd in de projecten Spoorzone en Parklaan en loopt het volume aan investeringen in de grondexploitaties af (zie tabel hoofdstuk 3.2). De uit diverse bronnen vooruit ontvangen middelen voor het project Veluwse Poort, waar de Spoorzone onderdeel van is, gaan daadwerkelijk uitgegeven worden. Genoemde verlaging van de boekwaarde van de grondexploitaties heeft tot gevolg dat de rentedruk op de grondexploitaties afneemt, zie de tabel ‘Renteschema’ later in deze paragraaf. Meer toelichting hierover leest u in de paragraaf Grondbeleid en het MPG-lite.

In 2018 hebben we meer geld binnen dan nodig is om onze bezittingen te betalen: een financieringsoverschot van € 12,8 miljoen. Dit bedrag slaat om in 2019 naar een financieringstekort van € 10,8 miljoen. Deze omslag wordt met name veroorzaakt door afsluiting van een aantal plannen, waaronder Veldhuizen A en Het nieuwe Landgoed. Dit veroorzaakt een vrijval van de voorziening negatieve plannen Grondzaken.


Voor korte financiering (tot één jaar) geldt als norm de kasgeldlimiet. Er mag maximaal voor 8,5% van de jaarbegroting kort geleend worden in 2018, in getal € 30,3 miljoen.

Het financieringsoverschot van € 12,8 miljoen in 2018 is exclusief een eventueel bedrag van € 40 miljoen voor de woningcorporaties Woonstede en Plicht Getrouw. Deze corporaties hebben op basis van een lopende overeenkomst de mogelijkheid om maximaal een bedrag van € 40 miljoen te lenen bij de gemeente Ede.
De verwachting is dat de corporaties geen gebruik maken van de hierboven genoemde financiering, omdat zij elders nog steeds financiering kunnen aantrekken tegen gunstiger voorwaarden (WSW-garantie).